
"Dalhemerweg" met Monument, 1906 http://www.dordtsekaart.nl/W6424.jpg
1889, Ter gelegenheid van de 50 jarige jubileum van de “50-jarige hereniging van Limburg bij Nederland” werd op 29 juni 1889 een gedenkzuil aan de voet van de Cauberg onthuld.
Limburgse geschiedenis in het kort:
Toen België zich in de loop van 1830 van Nederland afscheidde, ging geheel Limburg mee. Alleen Maastricht bleef nog door Hollandse troepen bezet. De hoofdstad van het arrondissement Maastricht werd Tongeren, en de gouverneur van de provincie Limburg ging zetelen in Hasselt.
In 1831 vond de Tiendaagse Veldtocht plaats. Als gevolg hiervan werden nieuwe onderhandelingen opgelegd door de internationale mogendheden. Het “Verdrag der XXIV artikelen” werd na heftige debatten, einde 1831 door het Belgisch parlement aanvaard. Het arrondissement Maastricht werd in tweeën gesplitst,: een deel ten westen en het deel ten oosten van de Maas. Naast Tongeren werd ook Valkenburg arrondissementshoofdstad.
Koning Willem I verwierp echter het verdrag, met als gevolg dat de status quo behouden bleef. België bleef in feite (met uitzondering van het arrondissement Maastricht) in bezit van geheel Limburg
Op 14 maart 1838 liet Willem I aan de Conferentie in Londen toch weten dat hij zich bij het verdrag wilde neerleggen. Hij had niet meer de illusie dat hij België nog zou kunnen herwinnen. Na woelige, zelfs dramatische debatten in de Kamer, volgde op 19 maart 1839 de stemming: 59 Kamerleden stemden voor aanvaarding en 42 voor verwerping van de XXIV artikelen.
Op 19 april 1839 volgde de ondertekening Het Verdrag van Londen, ook bekend als het Verdrag der XXIV artikelen, dit betekende de definitieve internationale erkenning van de Belgische onafhankelijkheid waarbij werd bepaald dat Maastricht met Oost-Limburg niet meer bij België zou behoren. Bij deze onderhandelingen was ook overeengekomen dat Nederlands Limburg als “hertogdom” onderdeel van de Duitse bond zou gaan uitmaken, dit ter compensatie van het afstaan van het westen van Luxemburg aan België.
Dit lidmaatschap, welk eventueel tot gevolg had kunnen hebben dat Nederlands Limburg in zijn geheel bij Duitsland was gekomen, duurde tot 1866, toen deze bond werd opgeheven. In 1848 kregen de Limburgers zelfs de gelegenheid om te stemmen of ze zich wilden afscheiden van Nederland en bij Duitsland wilden horen of niet. Een niet zo grote meerderheid stemde toen voor afscheiding. Dit besluit is evenwel nooit uitgevoerd en toen de Duitse bond in 1866 werd opgeheven waren deze plannen definitief van de baan. Langzaam groeide de provincie daarna toe naar de rest van Nederland.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Verdrag_van_Londen_(1839)


Men meldt ons nader omtrent de feestviering te Valkenburg: Ouder begunstiging van prachtig weder had hier heden de plechtige onthulling plaats van het monument, herinnerende aan de 50 jarige hereeniging van Limburg met Nederland.
Drie-en-twintig harmonie- en zanggezelschappcn hadden aan de roepstem onzer wakkere Vereeniging Het Geuldal gehoor gegeven en schaarden zich om de zuil. Te elf en om één uur werden de deelnemende Vereenigingen door de feestcommissie en het zanggezelschap Walram aan het station afgehaald, verwelkomd en naar het Gemeentehuis geleid, waar haar de eerewijn werd aangeboden. De heer mr. Loisel burgemeester, sprak zijn erkentelijkheid uit en bracht hulde aan de muziekverenigingen, welke uit even schoone als zeldzame feest met haar tegenwoordigheid vereerden en daardoor bljjk gaven van verknochtheid aan Nederland en ons Vorstenhuis. Circa half twee uur vormden de verschillende muziekkorpsen een stoet, en onder daverend muziekgeschal toog men van het station naar de zuil.
De openingsrede werd daar uitgesproken door den heer dr J. E. Plet, voorzitter van de Vereeniging het Geuldal. Spreker schetste in kernachtige taal het grootsche feest, dat heden binnen Valkenburgs kleine veste werd gevierd, ging tot de onthulling der zuil over en droeg haar ten slotte aan het Gemeentebestuur over.
De heer mr Loisel betuigde namens den Gemeenteraad zjjn welgemeenden dank aan de wakkere Vereeniging, welke reeds zooveel schoons en goeds tot stand bracht; hij ook noemde het voor Limburg een heugelijk feest. Na nogmaals zijn dank betuigd te hebben, gaf hij het woord aan den weleerwaarden heer Brouwers, pastoor te Bovenkerk. Deze hield een uitvoerige en boeiende rede, welke aanhoudend daverend werd toegejuicht. Hij noemde het feest een gouden bruiloft, door welker herdenking Limburg de ondubbelzinnigste blijken gaf van gehechtheid aan Nederland en Oranje. Verder besprak hij Limburgs geschiedenis van de eerste tijden af tot heden. Steeds, zoo stipte hij aan, heeft Limburg zich onderscheiden. Groot toch is het getal Limburgers, die op het gebied van kunst en wetenschap uitmuntten. Dezer dagen nog, zoo merkte spreker op, was het een Limburger, een bewoner van het Geuldal, die den zegepalm te Parijs veroverde, en nauwelijks waren dc vreugdeschoten daarover gelost, weggestorven, of nieuwe lauweren vielen een Limburger ten deel (bekroning van den heer Van de Laar, geboren te Sittard, wonende te Maastricht, Prix d’honneur, teekenkunst). Ook onze overzeesche bezittingen, zoo zeide de gewijde redenaar, getuigen van den moed en de dapperheid der Limburgers Wie kent niet de namen van een Pal, een Coq d’Armandville,, een Bouman, De Ryckholt, enz, Spreker besloot zijn talentvolle rede met luide protest aan te teekenen tegen de GiordanoBruno-feesten, welke dezer dagen te Rome werden gevierd. Hierna vormden de sociëteiten weder een stoet, en onder genot van volle muziek toog men naar het Waleramaplein, waar het feestconcert een aanvang nam. Tijdens de feestviering zond het hoofdbestuur van Het Geuldal een telegram van huldebetoon aan Z. M. den Koning. Duizenden menschen woonden de plechtigheid bij. Het feest verliep naar wensch en werd besloten met een allerprachtigst vuurwerk.

Valkenburg, 29 Juni. Drie-en-twintig Harmonie- en zanggezelschappen waren heden tegenwoordig bjj de plechtige onthulling van de gedenkzuil — opgericht ter herinnering aan de vijftigjarige hereeniging van ons gewest met ons dierbaar Vaderland. Feestreden werden uitgesproken door de heeren Loisel, burgemeester Plet, voorzitter van de Vereeniging Het Geuldal, en den zeereerw. heer Brouwers, pastoor te Bovenkerk. Duizenden woonden de plechtigheid bij. De Vereeniging Het Geuldal zond een telegram van huldebetoon aan den Koning. Het feest werd besloten met een prachtig vuurwerk.